In kader van het Sigmaplan worden gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG’s) ingericht langsheen de Schelde en haar getijderivieren. Een aantal van deze GOG gebieden krijgt een Gereduceerd GetijGebied (GGG) functie. Door middel van een in- en uitwateringskoker wordt een GGG gevuld bij hoogwater in de rivier en geledigd bij laagwater in de rivier.
Voor de GOG/GGG gebieden Lippenbroek en Kruibeke Bazel Rupelmonde gebeurt de in- en uitwatering doorheen twee afzonderlijke constructies. Voor de later ontworpen GOG/GGG gebieden zal de in- en uitwatering gebeuren door middel van één gecombineerde in- en uitwateringscontructie. Dit heeft zowel ecologische als economische voordelen. Een gecombineerde in- en uitwateringsconstructie bestaat aan rivierzijde uit een inwateringskokers bovenop een uitwateringskoker, aan polderzijde wordt een woelkom voorzien.
Het ontwerp van de gecombineerde in- en uitwateringsconstructies werd uitgevoerd door het voor het ontwerp van het respectievelijk GOG/GGG gebied aangestelde studiebureau. Waterwegen en Zeekanaal NV heeft aan WL gevraagd om een hydraulische revisie uit te voeren van de verschillende ontwerpen.
De gecombineerde in- en uitwateringsconstructie van een GGG gebied werkt onder een continu variërend rivierpeil. Bijkomend varieert, door het vullen van het GGG, ook het polderpeil. Bij een stijgend polderpeil wijzigt het gedrag van de stroming in de woelkom van een vrije watersprong over een verdronken watersprong tot stroming onder druk. Het gedrag van deze stroming kon niet bepaald kon worden door middel van beschikbaar literatuuronderzoek. Om die reden werd besloten om over te gaan tot een schaalmodelstudie.
Door de grote verschillen in peilen, randvoorwaarden en ontwerpkeuzes zijn er grote onderlinge variaties tussen de constructies voor de verschillende GGG gebieden. Om dit te onderzoeken werd een vereenvoudigd schaalmodel (schaal 1:8) ontworpen waarmee de stroming in een 2 dimensionaal vlak (met de stroomrichting mee) werd bestudeerd. Aangezien het peilverschil over de constructie, en bijgevolg ook het te dissiperen energieverschil, het grootste is bij inwatering zijn de proeven beperkt tot inwatering.
Door middel van het schaalmodelonderzoek zijn optimalisatievoorstellen geformuleerd met betrekking tot het ontwerp van de woelkom en de geometrie van de constructie. Ook werd uit het schaalmodelonderzoek de belasting op de bodembescherming aan polderzijde van de constructie bepaald.